Health Check
Voedingsgeneeskundig onderzoek
Waarom onderzoek doen naar de voedingsstatus van je lichaam?
Voeding is een van de belangrijkste leefstijl factoren die we kunnen beïnvloeden. "Food is Medicine" zeggen ze in de functionele geneeskunde.
Het is dus DE manier om je gezondheid te beïnvloeden. Veel mensen geven aan dat ze gezond en gevarieerd eten. Als we dieper inzoomen op wat en hoe er dan gegeten wordt, dan blijkt dat niet altijd zo gezond te zijn. Vaak zitten er teveel koolhydraten of suiker in ons dagelijks menu. Of juist teveel of te weinig eiwitten in verhouding met ons bewegingspatroon. Of ontbreken er belangrijke vitaminen en mineralen.
​
Om gezond te worden en te blijven, is het van belang dat de complexe processen in het lichaam optimaal verlopen. Als kleine verstoringen langer blijven bestaan, kunnen ze op den duur schade geven en klachten veroorzaken. De onderliggende oorzaak van vele chronische aandoeningen (hart-en vaatziekten, Darmklachten, auto-immuunziekten, neurologische aandoeningen, kanker, etc.) ligt vaak in deze minimale verstoringen zoals laaggradige ontsteking, verzuring, onvermogen in wegvangen van oxidanten of tekorten in essentiële vitaminen en mineralen.
​
Wat er juist is voor jou is afhankelijk van wat je lichaam met de voeding doet en waar voor jouw lichaam de juiste balans zit.
​
​
Met behulp van het Personal Nutritional Health (PNH) laboratorium onderzoek van Hessel&Grob kunnen we met specifieke bloed-, urine- en speekseltesten in kaart brengen hoe de processen in jouw lichaam lopen en of er subtiele verstoringen zijn opgetreden.
Vervolgens krijgt u passend voedingsadvies en bijbehorende leefstijl adviezen.
​
PNH programma​
​
Het PNH programma bestaat uit 5 verschillende onderdelen. Hieronder een toelichting over de specifieke testen waaruit tevens het belang van de samenhang van de waardes uit naar voren komt.
​
1. Koolhydraat - Lipid – Redox metabolisme
In bloed gemeten:
Glucose, insuline, HOMA-IR, totaal chol, HDL-chol, LDL-chol, triglyceride, ALAT, ferritine, hsCRP, GGT, urinezuur, bilirubine, geoxideerde eiwitten
​
Een gestoord glucose (koolhydraat) metabolisme ligt aan de basis van vele metabole verstoringen. Het is ook vaak de oorzaak van verstoringen in het lipid en eiwit en redox metabolisme. Daarom is
het belangrijk om op verschillende manieren naar het glucose metabolisme te kijken. Ten eerste door middel van het meten van glucose en insuline en berekenen van de HOMA-IR index; dit is de meest gevoelige maat om vroegtijdige verstoringen in het glucose metabolisme aan te tonen. Ten tweede meten we glucose en lactaat in speeksel (zie hieronder).
Totaal cholesterol, HDL-cholesterol. LDL-cholesterol en triglyceride vormen gezamenlijk het lipiden profiel. Dit profiel geeft in combinatie met de gegevens uit het koolhydraat en eiwit metabolisme en de redox status (zie hieronder) een belangrijk inzicht in het risico’s op chronische ziekte. Globaal kunnen we dit vangen onder de noemer van het metabool syndroom (MetS). Naast hart- en vaatziekten zijn tal van andere chronische ziekten geassocieerd met MetS. Bij MetS is redox status (reductie/oxidatie status) bijna altijd gestoord met een verhoogde oxidatieve stress. De aard en ernst van de redox verstoring komt tot uiting in de waarden van geoxideerde (gecarbonyleerde) eiwitten, ALAT, hsCRP, ferritine, GGT, urinezuur en bilirubine. Het voedingsadvies is gericht op vermindering van het risico op chronische ziekten, waarin vermindering van MetS en optimalisatie van de redox status een belangrijke rol spelen.
​
2. Eiwit - Energie metabolisme
In bloed gemeten:
Glucose, lactaat, 3-hydroxy-boterzuur, TSK, magnesium, kreatinine kinase, ASAT, kreatinine, ureum, vertakte keten aminozuren (BCAA)
​
Een gestoord koolhydraat metabolisme kan bij veel individuen gemakkelijk leiden tot verstoringen in het lipid metabolisme (zie boven), maar bij anderen heeft het de voorkeur tot verstoring in het eiwit metabolisme. Om de onderlinge relatie tussen deze drie hoofdgroepen (glucose, lipiden, eiwitten) vast te stellen meten we glucose, lactaat, 3-hydroxy-boterzuur, vertakte keten aminozuren (bcaa). Dit moet nuchter worden gemeten. Bij gezonde personen wordt de glycogeen voorraad na 10 uur niet te hebben gegeten net aangebroken, en is het nog niet nodig om over te schakelen op vetzuuroxidatie of eiwitafbraak; de 3-hydroxyboterzuur en bcaa zijn nog normaal. Bij hoge glycogeen afbraak en gebrekkige opname in de cellen (insuline resistentie) zal een deel van de glucose in lactaat worden omgezet. Door deze vier metabole parameters onderling te interpreteren kan inzicht worden verkregen in de metabole voorkeur van ieder individu, waarbij rekening moet worden gehouden in het gepersonaliseerde advies. Behoud van voldoende spiermassa is een essentieel onderdeel van een gezond energie metabolisme met het meten van TSH, magnesium, kreatine kinase (CK), kreatinine en ureum (ook ureum en kreatinine in urine) krijgen we inzicht in het eiwit metabolisme en spieropbouw/afbraak.
​
3. Glucose en Lactaat variabiliteit
In speeksel gemeten:
Glucose en lactaat in speeksel (6x na het eten)
Door na elke koolhydraat-rijke maaltijd of -snack de glucose en lactaat productie in speeksel te meten krijgen we inzicht in de dynamiek van de glucose opname in het bloed en omzetting naar lactaat. Een te snelle stijging van glucose in speeksel (30 minuten na het eten is de piek glucose waarneembaar) en vertraagde omzetting naar lactaat wordt beschouwd als een ongezonde verwerking van glucose, wat op de middellange duur gezondheidsrisico’s met zich mee brengt. Op deze wijze kunnen we gepersonaliseerd advies geven over vermindering (of soms eliminatie) van koolhydraten die deze ongezonde respons geven om zo de gezondheid op langere termijn te bevorderen.
​
4. Mineralen en zuur-base status
In urine gemeten:
Zuurgraad (pH), Ammonium, Urinezuur, Fractionele urinezuur excretie, Ureum, Kreatinine, Natrium, Kalium, Calcium en Magnesium, Fosfaat
​
De uitscheiding van zuren en mineralen zijn op een complexe wijze aan elkaar gekoppeld. Zowel chronisch overmatige inname van natrium, calcium en fosfaat in combinatie met relatief lage inname van kalium en magnesium zorgt voor chronische verzuring. Omgekeerd zorgt verzurende voeding (exogene verzuring) en verzurende metabole processen (endogene verzuring) voor verstoorde mineralen balans. Uitsluitend meten van de pH in urine geeft geen inzicht in de mate van verzuring, noch in de oorzaken ervan. Met de combinatie van ureum/kreatinine ratio, ammonium/kreatinine ratio en fosfaat/kreatinine ratio in urine kunnen we een ernst en oorsprong van eventuele chronische verzuring vaststellen. Door het totaal beeld wat wij meten kan gepersonaliseerd voedingsadvies worden gegeven. Chronisch laaggradige verzuring heeft een belangrijke bijdrage in het ontstaan van tal van chronische ziekten.
​
5. Mineralen en vitaminen - Supplement profiel
In bloed gemeten:
Actief Vitamine B12 (HoloTC), Folaat, Homocysteïne, Vitamine D, Zink, Koper, FT3, FT4
Deze vitamines en mineralen spelen een belangrijke rol bij bovengenoemde metabole processen en ontstekingsreacties, maar zijn lang niet altijd in optimale hoeveelheid aanwezig. Deze selectie zijn de vitamines waar het meest vaak tekorten worden gezien. Het meten van is van belang om een tekort vast te stellen, eventueel suppletie in te zetten of onnodige suppletie te vermijden. Anderzijds is meten van belang omdat bij de meeste van deze supplementen overdosering riskant is en juist negatieve gezondheidseffecten veroorzaakt. Homocysteine is geen vitamine maar representeert een belangrijk metabool proces (methylering), waar veel voedingsstoffen en vitamines bij betrokken zijn en welke is geassocieerd met veel chronische ziekten. FT3/FT4 ratio is een gevoelige maat voor de cellulaire omzetting van inactief naar actief schildklierhormoon waar selenium een belangrijke rol speelt; Deze ratio is laag bij een selenium tekort.
​
Bron: Hessels&Grob
Health Check aanvragen
Kosten en proces
​
De kosten bedragen €497. Dit omvat het PNH onderzoek en het resultaat- en adviesgesprek (30 min, telefonisch/online).
​
TIP: vraag bij uw werkgever na of zij dit vergoeden als Preventief Medisch Onderzoek
​
Na het aanvragen ontvangt u een korte vragenlijst om informatie te verzamelen die van belang is bij de interpretatie van de resultaten.
Vervolgens vindt er op een geschikt moment in de ochtend (nuchter) de bloedafname plaats middels een vingerprik. Dit gebeurt in de praktijk. Speeksel- en urine testen krijgt u mee en dient u zelfstandig thuis af te nemen en op te sturen naar het laboratorium. Hiervoor krijgt u verzendenveloppen mee.
​
Zodra de uitslag ontvangen is (1-2 weken na ontvangst van alle monsters), kan het resultaat- en advies gesprek plaatsvinden (30min). Dit kan ook telefonisch/online.
​